Nederlandse ministerraad nomineert Koloniën van Weldadigheid
Zeven voormalige landloperkoloniën, waaronder twee in België, zullen in januari 2017 door de Nederlandse rijksoverheid voorgedragen worden als UNESCO Werelderfgoed. Dat maakte de Nederlandse minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker vandaag bekend tijdens een officieel bezoek aan Veenhuizen.
Deze bekendmaking kwam niet uit de lucht vallen. De voorbije vier jaar werkten drie provincies, zeven gemeenten en tal van andere organisaties en overheden uit Nederland en België samen om de Koloniën van Weldadigheid voor te dragen als Werelderfgoed. De beslissing van de Nederlandse ministerraad was de laatste horde voor de definitieve nominatie van de zeven Koloniën van Weldadigheid.
“Dit is een schitterend vervroegd kerstcadeau”, stelt Philippe De Backer. Als directeur van de vzw Kempens Landschap is hij sinds 1997 betrokken bij het dossier van Wortel- en Merksplas-Kolonie. “Kempens Landschap is de motor van deze internationale samenwerking aan Vlaamse zijde. Dat de Nederlandse regering zich definitief achter de nominatie schaart, kunnen we dus alleen toejuichen”, vult De Backer aan.
Inga Verhaert is gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van vzw Kempens Landschap. “Een plaats op de Werelderfgoedlijst van Unesco wordt steeds tastbaarder. We zijn zeer trots dat we in januari het lijvige nominatiedossier effectief kunnen indienen bij het Werelderfgoedcomité in Parijs! In 2018 weten we dan of de Koloniën van Weldadigheid echt Werelderfgoed worden of niet. Dat is precies 200 jaar na de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid én 25 jaar na de afschaffing van de wet op de landloperij in België”.
Ook Peter Bellens, eveneens gedeputeerde en covoorzitter, deelt in het enthousiasme. “Ik volg het dossier van Wortel-en Merksplas-Kolonie al jaren op de voet. De Koloniën zijn in die tijdspanne beschermd, veiliggesteld en worden stap voor stap uitgebouwd tot aantrekkelijke domeinen waar erfgoed, landschap en recreatie elkaar versterken.”
Een mogelijke Werelderfgoedstatus zal de internationale uitstraling van Wortel-en Merksplas-Kolonie uiteraard verder uitdragen. Dat deze gebieden ook buitenlandse bezoekers zullen aantrekken, erkent ook Toerisme Vlaanderen. De Koloniën staan immers op de shortlist van mogelijke toeristische hefboomprojecten in Vlaanderen. Als dit project effectief geselecteerd wordt, kunnen de gebieden rekenen op een serieuze financiële impuls om de Koloniën verder op de kaart te zetten.
De Kolonies uniek op wereldschaal?
De Kolonies van Wortel, Merksplas, Frederiksoord, Willemsoord, Wilhelminaoord, Ommerschans en Veenhuizen stonden aan de wieg van het moderne denken over armoedezorg en het geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Tussen 1818 en 1825 werd maar liefst 80 km2 woeste grond door armen uit de steden omgezet in landbouwgrond zodat ze – in theorie - in hun eigen onderhoud konden voorzien. Wat maakt het verhaal van de Kolonies nu zo uniek? Het is de combinatie van arbeid in landontginning en landbouw enerzijds en het systeem van opgelegde normen en discipline maar ook beloningen en algemeen verplicht onderwijs anderzijds dat uniek was. Het was een compleet nieuw model voor armenzorg, een vooruitstrevend sociaal experiment dat heel grootschalig werd uitgevoerd. Het model kreeg dan ook belangstelling en navolging tot ver buiten de landsgrenzen.
De voormalige landloperskolonies zijn ondertussen zeer waardevol erfgoed geworden. Het zijn uitgestrekte domeinen met bossen, open ruimte en historische gebouwen, doorsneden door statische dreven. Wortel- en Merksplas-Kolonie versterken het nominatiedossier omdat deze domeinen nog heel authentiek zijn. Onder voorzitterschap van Kempens Landschap werken de verschillende Vlaamse actoren reeds sinds 1997 aan de veiligstelling en opwaardering, uitgaande van de Vlaamse beschermstatus als landschap.