Restauratie kasteelruïne Ter Elst krijgt groen licht
Stichting Kempens Landschap ontvangt een erfgoedpremie van 525.000 euro voor de restauratie van kasteelruïne Ter Elst in Duffel. De erfgoedorganisatie diende daarvoor afgelopen voorjaar een restauratiedossier in bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Dankzij de premie wordt de toekomst van kasteel Ter Elst als historische evenementenplek verzekerd. Als alles volgens plan verloopt, kunnen de werken in de loop van 2024 opstarten.
Om het beschermde kasteel ter Elst een nieuwe toekomst te geven, sloot de gemeente Duffel in 2019 een beheersovereenkomst af met Stichting Kempens Landschap. Door de slechte staat van het gebouw werd het potentieel van het domein immers jarenlang onderbenut en daar wilde de gemeente verandering in. “De geschiedenis van Ter Elst gaat terug tot in de middeleeuwen en is dus helemaal vergroeid met het DNA van onze gemeente,” zegt Sofie Joosen, burgemeester van Duffel. “Sinds de jaren ’80 deed het jarenlang dienst als socio-culturele evenementenlocatie totdat stabiliteits- en evacuatieproblemen ons noodgedwongen de site deden sluiten. Met de restauratie kan deze iconische plek terug een actieve rol gaan spelen in onze gemeente. In de aanloop naar de effectieve start van de restauratie zullen we met Stichting Kempens Landschap en het architectenbureau Erfgoed & Visie later nog enkele momenten organiseren voor betrokkenen en bewoners om het project toe te lichten.”
Herbestemming tot evenementenplek
Stichting Kempens Landschap nam het beheer van de kasteelsite over en diende in februari 2023 een dossier in bij het agentschap Onroerend Erfgoed in het kader van de oproep ‘Kleine totaalprojecten’. Hiermee worden renovatieprojecten gesteund die focussen op behoud en restauratie van erfgoedkenmerken. Het agentschap Onroerend Erfgoed gaf groen licht voor het toekennen van de premie.
“De werken zouden in 2024 reeds kunnen aanvangen”, zegt Jan De Haes, gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van Stichting Kempens Landschap. “Eerst en vooral moeten de stabiliteitsproblemen aangepakt worden. Het gebouw moet dringend verstevigd worden. Ook de muren worden met elkaar verbonden en de vroegere ridderzaal zal een glazen overkapping krijgen. Tot slot verbindt een trappenpartij het vroegere vloerniveau met de kelder, waardoor de ruimte ook kan fungeren als theater. De restauratie van de kasteelruïne kadert in de plannen om van het terrein een gemeentelijke evenementenlocatie te maken met aandacht voor het behoud van het historische karakter van deze bijzondere plek.”
“Eerder dit jaar werd er al beslist om een tweede brug van het kasteeleiland naar de buitenwal aan te leggen. Op advies van de brandweer moest een bijkomende evacuatieroute voorzien worden,” vult Kathleen Helsen, gedeputeerde van de provincie Antwerpen en covoorzitter van Stichting Kempens Landschap, aan. “Ter voorbereiding van de restauratie lieten we ook al verschillende vooronderzoeken uitvoeren met steun van Onroerend Erfgoed. Vorige maand nog konden bezoekers even een blik werpen op de historische funderingen die door de archeologen van BAAC Vlaanderen via proefputten werden vrij gelegd. Zo beschikken we over wetenschappelijk verantwoorde gegevens om de historiek van het kasteel zichtbaar maken in de nieuwe aanleg van het binnenplein.”
Vlaamse trust
Lili Stevens, schepen van Cultuur in Duffel, is opgetogen over de samenwerking met de Stichting Kempens Landschap: “We zijn blij dat we ondersteund worden door deze erkende erfgoedorganisatie, zeg maar de Vlaamse trust, voor de integrale aanpak van dit project. Zij hebben in de loop der jaren heel wat expertise op het vlak van erfgoedbehoud opgebouwd en zijn dus de ideale partner om ons hierin te begeleiden. We zijn er dan ook van overtuigd dat Kasteelruïne Ter Elst 2.0 meer bezoekers voor onze gemeente zal aantrekken. Niet alleen door de prachtige locatie, maar ook door de betere ontsluiting. De nieuwe brug zorgt immers voor een betere verbinding van de kasteelruïne met het park en de Netedijk, waardoor passerende wandelaars uitgenodigd worden om de historische site te exploreren.”