Wortel- en Merksplas-Kolonie: Op weg naar UNESCO-Werelderfgoed?!
Op 5 juli 2012 hebben veertien partijen in Nederland en België een Charter getekend. Hierin zijn de gezamenlijke ambities met als overkoepelend doel ‘het bekomen van de werelderfgoedstatus’, vastgelegd. Een projectorganisatie met een Nederlands-Belgische stuurgroep en een projectgroep komen regelmatig samen en zorgen voor de opbouw en invulling van het dossier. In de afgelopen jaren werd gekozen voor een nominatie als cultural landscape. De unieke waarden (OUV) werden vastgesteld en er werd een comparatieve analyse (CA) opgemaakt. In 2015 toetste een internationale expertgroep de nominatie van de Koloniën van Weldadigheid op zijn unieke waarden (OUV), draagkracht en draagvlak en op de haalbaarheid van de planning. Het besluit van het Nederlandse Rijk van 22 mei 2015 om het dossier definitief voor te dragen laat zien dat het meer dan kansrijk is! Bovendien is het bijzonder dat de Koloniën van Weldadigheid juist in het jaar 2018 de beoogde status van UNESCO-werelderfgoed kunnen verkrijgen. De Maatschappij van Weldadigheid, de oprichter van de Koloniën, bestaat dan 200 jaar en het is dan tevens vijfentwintig jaar geleden dat de Wet op de landloperij in België werd afgeschaft. Het transnationale karakter van het dossier, waarin zowel de Nederlandse als de Belgische koloniën zijn opgenomen, vormt een belangrijke troef in het nominatieproces. De zeven koloniën vertellen samen het verhaal van de Maatschappij van Weldadigheid. Het ontgonnen territorium van de Maatschappij illustreert de grootsheid en de ambitie van de onderneming, evenals de feeling voor landschappelijke in- en aanpassing.
De Kolonies uniek op wereldschaal
De Kolonies van Wortel, Merksplas, Frederiksoord, Ommerschans en Veenhuizen, gesticht door Johannes van den Bosch, stonden aan de wieg van het moderne denken over armoedezorg en het geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Tussen 1818 en 1825 werd maar liefst 100 km2 woeste grond door armen uit de steden omgezet in landbouwgrond zodat ze in hun eigen onderhoud konden voorzien. Wat maakt het verhaal van de Kolonies nu zo uniek? Het is de combinatie van arbeid in landontginning en landbouw enerzijds en het systeem van opgelegde normen en discipline maar ook beloningen en algemeen verplicht onderwijs anderzijds dat uniek was. Het was een compleet nieuw model voor armenzorg, een vooruitstrevend sociaal experiment dat heel grootschalig werd uitgevoerd. Over elk aspect van het dagelijkse leven was nagedacht. Binnen de contouren van de landontginning, tekende zich een project af van verheffing van de onderklassen, gebaseerd op werkverschaffing, onderwijs en zorg. De kwaliteit van de voorzieningen en de omvang van de onderneming bevestigde dat het om een prestigeproject ging, actief gesteund door de rijksoverheid. Het model kreeg dan ook belangstelling en navolging tot ver buiten de landsgrenzen. De voormalige landloperskolonies zijn ondertussen zeer waardevol erfgoed geworden. Ze omvatten kenmerkende landschappen en gebouwen en vertegenwoordigen belangrijk immaterieel erfgoed. Het zijn uitgestrekte domeinen met bossen, open ruimte en historische gebouwen, doorsneden door statische dreven. Wortel- en Merksplas-Kolonie versterken het nominatiedossier omdat deze domeinen nog heel authentiek zijn. Onder voorzitterschap van Kempens Landschap werken de verschillende Vlaamse actoren reeds sinds 1997 aan de veiligstelling en opwaardering, uitgaande van de Vlaamse beschermstatus als landschap. Sterrenstatus Inga Verhaert covoorzitter van Kempens landschap - de landschapsvereniging die in 1997 specifiek werd opgericht vanuit de provincie Antwerpen ter veiligstelling van Wortel- en Merksplas-Kolonie - ziet de nominatie als een enorme kans: “Een plek op de Werelderfgoedlijst is nationaal en internationaal een sterrenstatus - de Champions League - die kan zorgen voor een enorme toeristische uitstraling en een economische impuls in de gebieden, met een stevig fundament in hun landschappelijke waarde”. Covoorzitter Peter Bellens prijst ook de inzet van alle partijen: “Er is de voorbije drie jaar hard gewerkt aan historisch en internationaal vergelijkend onderzoek, maar ook aan het partnership tussen de Vlaamse en Nederlandse Kolonies. Of zoals het spreekwoord zegt: zoals men zaait, zal men oogsten. Wij geloven alvast rotsvast in de kansen en zien het UNESCO-label als een bekroning voor de geleverde inspanningen t.a.v. de Kolonies.” De nominatie van de Kolonies als UNESCO-werelderfgoed zet de deuren open tot een gedegen ontwikkeling van dit gebied. Verschillende projecten voor de herwaardering van de Kolonies zijn reeds lopende zoals het onderhoud van het landschap, de restauratie en herbestemming van het gebouwenpatrimonium en de toeristische ontsluiting via toeristisch-recreatieve projecten.